- afvaardigen
- {{afvaardigen}}{{/term}}1 〈met een opdracht〉 députer ⇒ 〈als vertegenwoordiger〉déléguer♦voorbeelden:1 men vaardigde een gezantschap naar Engeland af • on envoya une délégation en Angleterrehij was voor Leiden naar de vergadering afgevaardigd • il représenta Leyde à la réunion
Deens-Russisch woordenboek. 2015.